Ontwikkeling en resultaten

Tussentijdse toetsen

Resultaten van ons onderwijs
Doen wij de goede dingen en doen wij deze ook goed?
Met behulp van onze kindvolgsystemen brengen we voor onszelf in kaart hoe onze kinderen zich ontwikkelen. Aan de hand van de uitkomsten passen wij daarop ons aanbod aan, zodat we alle kinderen verder brengen in hun ontwikkeling.

KIJK
In de dagopvang en de groepen 1-2 maken we gebruik van het observatiesysteem Kijk! Hierin volgen we de ontwikkeling van je kind op het gebied van onder andere motoriek, taal- en rekenontwikkeling. In dit systeem kunnen we goed zien op welk ontwikkelingsniveau uw kind werkt en handelt, zodat we telkens zo goed mogelijk aansluiten bij de behoefte van de kinderen.

Zien!
Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen goed in kaart te krijgen, maken we vanaf groep 3 gebruik van het observatiesysteem Zien! Middels 28 vragen verdeeld over 7 domeinen brengen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind in kaart, waarmee we je kind ondersteunen in de sociale ontwikkeling.

Methodegebonden toetsen
Methoden zijn een middel om een onderwijsdoel te bereiken. Bovendien bieden ze leerkrachten houvast om kwalitatief goed onderwijs te bieden, waarbij we aandacht hebben voor de verschillende ontwikkelbehoeften tussen kinderen. We houden de voortgang van de kinderen bij met behulp van tussentijdse toetsen, zodat we ons aanbod steeds kunnen aanpassen aan de behoeften van de kinderen op dat moment.

Leerling- en Onderwijsvolgsysteem (LOVS)
Naast methodegebonden toetsen gebruiken we methodeonafhankelijke toetsen om de ontwikkeling van individuele kinderen en de groep te volgen, het leerling- en onderwijs-volgsysteem (LOVS). Ook met deze toetsen volgen en analyseren we de vorderingen van individuele kinderen en groepen kinderen. We hebben hoge verwachtingen van onze kinderen, met het streven naar een percentage van 60% -70% van de leerlingen een I-II-III score op de vakgebieden begrijpend lezen, technisch lezen, spelling en rekenen-wiskunde. (De landelijke norm ligt op 60%.) Met een stevig aanbod zijn we ervan overtuigd dat we dit streefdoel kunnen bereiken.

Resultaten doorstroomtoets

Wat is de doorstroomtoets?
In februari van groep 8 maken alle leerlingen een doorstroomtoets. Met de doorstroomtoets laten de kinderen zien wat ze op de basisschool hebben geleerd. Wij weten daardoor ook waar we tot het einde van het schooljaar nog aandacht aan moeten besteden, om elk kind zo goed mogelijk te laten doorstromen naar het best passende voortgezet onderwijs.

Scoort je kind op de toets beter dan ons eerder gegeven advies, dan moeten wij het advies naar boven bijstellen. Bij een lagere score op de doorstroomtoets gebeurt dit niet. De doorstroomtoets is geen examen, het geeft slechts weer wat je kind op het moment van de toetsafname kan en weet.

Referentieniveaus
De Inspectie van het Onderwijs controleert of het onderwijs op scholen van voldoende niveau is met behulp van referentieniveaus. De doorstroomtoetsresultaten van de kinderen spelen hierbij een belangrijke rol.

Wat zijn referentieniveaus?
De doorstroomtoets meet voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen:

• Hoeveel procent van de kinderen met de eindtoets het basisniveau (of: het fundamentele niveau) heeft gehaald.
• Hoeveel procent van de kinderen met de eindtoets het streefniveau heeft gehaald? Hierbij wordt meer van de kinderen verwacht.

Het fundamentele niveau en het streefniveau noemen we ook wel de ‘referentieniveaus’. Ze zeggen dus welk niveau de kinderen op ons IKC hebben gehaald op de gebieden taal en rekenen. De Inspectie van het Onderwijs vergelijkt onze resultaten met die van soortgelijke scholen en bepaalt daarmee of wij voldoen aan de basiskwaliteit van goed onderwijs bieden.

Wat zijn signaleringswaarden?
Welk percentage van de kinderen van ons IKC dat minimaal voldoende moet scoren op basis- en streefniveau wordt vastgesteld door de Inspectie van het Onderwijs. Als wij lager scoren dan deze minimale waarde, kan dat een signaal zijn dat er bij ons misschien iets niet goed gaat. Daarom worden deze minimale scores ‘signaleringswaarden’ genoemd.
Ligt het percentage kinderen op school voor zowel het fundamentele niveau als het streefniveau op of boven de signaleringswaarden, dan zijn de resultaten in dat schooljaar voldoende.

Onze resultaten op de Leerling in Beeld- doorstroomtoets
In februari maken alle kinderen van groep 8 in Nederland de doorstroomtoets. Daarmee ontstaat een beeld van de individuele prestaties van de leerlingen en van de school als geheel. Scholen kunnen zich onderling vergelijken met het gemiddelde van alle deelnemende scholen, maar ook met het gemiddelde van de scholen die gelet op de sociaal-culturele achtergrond van hun leerlingen vergelijkbaar zijn. 

Welk percentage leerlingen behaalde het fundamentele niveau in 2023-2024?

% 1F behaald (eerste doorstroomtoets)
IKC de Wieling: 93%
Signaleringswaarde inspectie: (85%)

Welk percentage leerlingen behaalde het streefniveau in 2023-2024?

% 1S/2F behaald (eerste doorstroomtoets)
IKC de Wieling: 50%
Signaleringswaarde inspectie: (47,3%)

Schooladviezen

Welke schooladviezen heeft de school aan de leerlingen gegeven in 2023-2024?

Sociale ontwikkeling

Visie op Sociale opbrengsten

Wat verstaan scholen onder sociale opbrengsten?
Kinderen leren en ontwikkelen op school vaardigheden die nodig zijn om op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan de samenleving. Het gaat om vaardigheden zoals samenwerken, ruzies oplossen en jezelf weten te redden. Door deze vaardigheden is het fijn en veilig op school en verbeteren de leerprestaties. Kinderen nemen op een positieve manier deel aan de maatschappij.

Wij vinden het belangrijk dat kinderen ervaren dat:

• wij hen echt zien en horen.
• we groeigericht naar hen en elkaar kijken - zodat we positieve ervaringen opdoen bij het leren en ontwikkelen van nieuwe dingen.
• we elkaar allemaal kunnen versterken - medewerkers versterken kinderen en collega's. En kinderen versterken medewerkers ook, maar ook elkaar.
• wij vertrouwen hebben in hen als mensen en in hun kunnen.

IKC De Wieling schept een vriendelijk, veilig en ordelijk klimaat. Elk kind kan zich hier optimaal ontwikkelen. Dit hebben we met elkaar vastgelegd op papier. Nieuwe inzichten over ontwikkelingskansen van kinderen, nieuwe ideeën van ouders over waarden en normen en nieuwe richtlijnen vanuit de overheid kunnen leiden tot aanpassing van dit beleid.

Sociale veiligheid
Wij werken er dagelijks aan dat een kind graag naar IKC De Wieling gaat. Een goed leefklimaat bij opvang en onderwijs, waarbij elk kind zich veilig en geborgen voelt, is van enorm belang. Zo kan een kind zich ontwikkelen tot een verdraagzaam mens met zelfrespect en respect voor anderen, zelfvertrouwen en de durf om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen doen en laten. Op IKC De Wieling gaan medewerkers en kinderen op een plezierige en respectvolle manier met elkaar om. Zowel gewenst als ongewenst gedrag wordt zoveel mogelijk bespreekbaar gemaakt, zodat iedereen weet wat wel en niet geaccepteerd wordt. Of dat nu binnen in ons IKC is of buiten op het plein.

We hebben een open houding in het contact met ouders en kinderen. We scheppen een prettige sfeer in ons IKC, waarbij positieve aandacht voorop staat. We geven de kinderen de ruimte dat ze altijd in vertrouwen bij onze medewerkers terecht kunnen. Ook stimuleren, complimenteren we hen en dagen we ze uit om net iets verder te reiken dan wat ze kunnen en kennen. We hebben namelijk hoge verwachtingen van elk kind.

Jullie als ouders worden serieus genomen, je mening over schoolzaken telt mee. Voor jullie als ouders is de begeleider van je kind het eerste aanspreekpunt.

In de oudervereniging helpen ouders mee om festiviteiten te organiseren. De IKC-raad (waarin ouders en personeelsleden zijn vertegenwoordigd) geeft (on)gevraagd advies bij beleid, heeft recht op informatie en bij een aantal onderwerpen recht op instemming.

Werkwijze Sociale opbrengsten

Om sociale opbrengsten te waarborgen werken we op De Wieling met Kwink.
Kwink is een online onderwijsmethode voor sociaal-emotioneel leren (SEL) en bevat ook burgerschap en mediawijsheid. De methode is gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten (Van Overveld), gericht op preventie (van bijvoorbeeld pesten op school) en de kracht van een veilige groep. De methode sluit goed aan bij de principes van PBS (Positive Behaviour Support), waarbij de aandacht vooral uitgaat naar positieve feedback op gedrag.

Kwink:

• Voorkomt verstorend gedrag en pesten
• Kent een groepsbrede, preventieve aanpak
• Zorgt voor een sociaal veilige groep
• Verhoogt de leeropbrengsten
• Werkt met vijf bewezen gedragscompetenties
• Biedt iedere les unieke filmpjes
• Voldoet aan de Wet Sociale Veiligheid

Internationaal onderzoek (www.casel.org) wijst uit dat een sterk ingevuld programma voor sociaal-emotioneel leren (SEL) in combinatie met goed klassenmanagement, ook tot hogere scores leidt voor vakgebieden zoals taal, lezen en rekenen.